Op 12 maart verscheen er in de Westlandse versie van het Algemeen Dagblad een uitgebreid artikel van Peter Lotman over het 75-jarig jubileum van onze club en haar rijke historie.
Handbalvereniging Quintus bestaat 75 jaar en dat wordt 4 april uitbundig gevierd. In al die jaren speelde de Heulse club een belangrijke rol in de handbalsport. Niet alleen in Westland, maar in heel Nederland en zelfs in Europa.
Eerst even terug naar de oorsprong. Waar komt de naam Quintus vandaan? Er doet een anekdote de ronde in Kwintsheul over het ontstaan van die naam. De Romeinen streken eeuwen geleden neer in Nederland en dus ook in Westland. Een bezettingsleger groef een waterweg bij Kwintsheul, nu bekend als de Lange Watering. De Romeinse veldheer die daartoe de opdracht gaf, heette: inderdaad… Quintus. Via de overlevering is die naam bewaard gebleven en gekoppeld aan de sportvereniging.
Anderen beweren weer dat de naam is ontstaan omdat Quintus het Latijnse woord voor ‘vijfde’ is. De vereniging die in 1950 werd opgericht, was namelijk de vijfde handbalclub in het Westland.
Ien Ammerlaan-Raaphorst was destijds de drijvende kracht achter de oprichting van de handbalclub voor vrouwen. Elk zichzelf respecterend dorp begon een handbalclub en Kwintsheul wilde niet achterblijven. Op 25 april 1950 werd Quintus opgericht in de voorkamer van de boerderij van Arie Raaphorst. De mensen van het eerste uur, onder wie Ien Ammerlaan, Nel Damen, Jo Jansen en Wim van Zeijl konden niet bevroeden dat Quintus zou uitgroeien tot een markante handbalclub met aansprekende prestaties.
Die twee onvergetelijke landstitels achter elkaar bijvoorbeeld. In de seizoenen 2006 en 2007 met René Romeijn als coach. In de verlenging werd er gewonnen van V&L met 29-30, het laatste schot vloog erin. ,,Ik probeerde rustig te blijven”, zegt Romeijn, ,,Maar ik geef eerlijk toe: die wedstrijd was erg slecht voor mijn rikketik.” Quintus prolongeerde de landstitel. ,,Maar veel speelsters bleven onder hun normale niveau vanwege de zenuwen.”
De vrouwen van Quintus werden landskampioen na een sensationele wedstrijd tegen V&L. Foto: Marcel van Hoorn
Vedetten
De sterren Maura Visser en Yvette Broch werden naderhand internationale vedetten bij buitenlandse topclubs. ,,De rit door Kwintsheul en Wateringen in de authentieke paardentram was onvergetelijk.”
Joke Verbraeken, Toos Alsemgeest en Joke Lekkerkerk zijn speelsters die ook al in een eerdere periode hun sporen hebben verdiend bij de Heulse club. Zo was Quintus in 1979 de winnaar van de eerste handbalbeker van de bond, door in Ahoy het Groningse V&K te kloppen. Verbraeken was erbij en werd naderhand voor haar vele werk erelid en koninklijk onderscheiden. ,,Het was de eerste grote prijs voor Quintus. Heel bijzonder om in Ahoy te spelen en met een bizar lage uitslag van 7-5.”
Supporter werd ze daarna van haar zoon Mario in het eerste team en nu van kleinzoon Vin Verbraeken in de hoofdmacht van Quintus.
Naderhand volgden talloze Europa Cup-wedstrijden in onder meer Oekraïne en later in Spanje, Turkije, Griekenland. Diverse trainers waren verantwoordelijk voor al die successen: René Zwinkels, Alex Curescu en de al eerder genoemde Romeijn.
Met Zwinkels won Quintus de Supercup en de nationale beker. Ook haalde het de halve finale van de Europa Cup tegen Malaga. ,,Maar het meest bijzonder was toch wel het winnen van de Ananas Cup in de coronatijd”, herinnert Zwinkels zich. ,,Dat was een alternatieve competitie in lege sporthallen en met al die testen vooraf. Trainen in kleine groepjes een heel eind uit elkaar. Het was allemaal spookachtig en bizar. Maar het winnen van die beker tegen Venlo was geweldig. Ik heb nog nooit een team zo uitbundig gezien.”
Feest na winst van de Supercup. Foto: Soenar Chamid
Ook de mannen timmerden flink aan de weg. In de periode met de legendarische Jan Alma als oefenmeester haalden de Westlanders in 2001 zelfs de Europa Cup tegen het IJslandse Haukar. De befaamde Haagse broers Patrick en Fabian van Olphen, die later furore maakten bij buitenlandse topclubs, maakten deel uit van die succesformatie.
Veel publiek
,,Een onvergetelijke periode”, herinnert Quintus-icoon Jan van Kester zich nog goed. ,,De ‘periode Alma’ was enorm intensief en de prestaties waren opvallend goed. Promotie naar de eredivisie en de eerste Europese wedstrijden voor de heren. Er was steeds heel veel publiek in de hal.”
Marcel de Bakker, lid van de sectie topsport, was zelf speler in het eerste team. ,,Opvallend is dat nu de derde generatie handbalt in Quintus 1. Na mijn vader Boud speelden vijf broers in het eerste. Daarna zoon Marco en nu René, die nog steeds in het eerste team handbalt. Dat geeft toch wel aan dat Quintus een echte familieclub is”, zegt De Bakker trots. Naderhand werd Quintus zelfs kampioen van de eredivisie en speelde het twee seizoenen in de grensoverschrijdende Bene-League. Niels van Lier, nu lid van het organisatiecomité, maakte deel uit van die kampioensploeg.
,,De titel in de eredivisie was een hoogtepunt, vooral ook omdat we die behaalden met grotendeels allemaal jongens uit de eigen opleiding”, herinnert Van Lier zich nog goed. ,,De jaren daarna in de Bene-League hebben we op hoog niveau mooie wedstrijden gespeeld.”
Rolstoelhandbal
Tien jaar geleden voegde het vooruitstrevende Quintus een nieuwe tak toe aan de vereniging: het rolstoelhandbal. Onder leiding van onder anderen Joyce van Haaster zette de Heulse vereniging die nieuwe sport op de kaart in Nederland en daarna ook in het buitenland. ,,De gehandicapte handballers zitten niet langer in het verdomhoekje”, zegt ze met trots. ,,Ze worden niet meer in een hokje gestopt en kunnen volwaardig meedoen.”
Historisch was ook een demonstratiewedstrijd g-handbal met de deelname van de toenmalige burgemeester Sjaak van der Tak. ,,De hoogtepunten zijn oneindig”, zegt cultuurbewaker Jan van Kester. ,,Tijdens de reünie op 4 april zullen vast en zeker uitgebreid herinneringen worden opgehaald over die succesvolle jaren. Maar het einde is nog lang niet in zicht. Met de bloeiende jeugdafdeling die we nu hebben liggen er voor Quintus nog veel meer mooie jaren in het verschiet.”
Bron: Algemeen Dagblad – Peter Lotman
Lees hier het originele artikel op ad.nl (voor abonnees van het AD).